De Hoge Raad heeft in de zogenoemde Kolom-beschikking bepaald dat een werknemer in geval van urenvermindering onder omstandigheden recht kan hebben op een gedeeltelijke transitievergoeding. De Hoge Raad beantwoordt nu de vraag of dit recht op een pro-rata transitievergoeding ook bestaat in geval van herplaatsing.
Wanneer de arbeidstijd van een werknemer ‘door omstandigheden gedwongen’ substantieel en structureel wordt verminderd, dan heeft de werknemer recht op een gedeeltelijke transitievergoeding. Substantieel betekent in deze context dat de werknemer ten minste 20% minder gaat werken. Structureel houdt in dat de vermindering in werkuren naar verwachting blijvend zal zijn.
De wijze waarop de urenvermindering wordt vormgegeven is hierbij niet van belang. De werknemer heeft dus aanspraak op een gedeeltelijke transitievergoeding ongeacht of het gaat om een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst, een algehele beëindiging gevolgd door een nieuwe, aangepaste arbeidsovereenkomst of een aanpassing van de huidige arbeidsovereenkomst.
Wanneer heeft een werknemer recht op een gedeeltelijke transitievergoeding?
Concreet geldt dus dat een werknemer recht heeft op een gedeeltelijke transitievergoeding wanneer de urenvermindering:
- plaatsvindt omdat omstandigheden daartoe dwingen;
- substantieel is (de arbeidstijd wordt minimaal met 20% verminderd); en
- structureel is (de vermindering zal naar redelijke verwachting blijvend zijn).
Als voorbeelden van omstandigheden die recht geven op een gedeeltelijke transitievergoeding noemt de Hoge Raad het gedeeltelijk vervallen van de arbeidsplaats van de werknemer wegens bedrijfseconomische omstandigheden en blijvende gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van de werknemer.
Heeft een werknemer recht op een gedeeltelijke transitievergoeding in geval van herplaatsing in een andere (lager betaalde) functie?
Nee. In een recente uitspraak
heeft de Hoge Raad bevestigd dat in het geval van herplaatsing geen recht bestaat op een gedeeltelijke transitievergoeding. Herplaatsing is volgens de Hoge Raad namelijk niet op één lijn te stellen met gedeeltelijke beëindiging van een arbeidsovereenkomst zoals aan de orde was in voornoemde Kolom-beschikking. In dat geval werd de arbeidsovereenkomst door vermindering van de arbeidsduur in feite gedeeltelijk beëindigd. Bij herplaatsing in een andere functie is hier geen sprake van.
Wordt het salaris van een werknemer door de herplaatsing ten minste 20% lager, maar wordt de arbeidsduur niet 20% minder, dan bestaat evenmin aanspraak op een (gedeeltelijke) transitievergoeding. In dat geval is namelijk ook geen sprake van een substantiële vermindering van de arbeidsduur zoals bedoeld in de Kolom-beschikking.
Tip:
Wanneer je als werkgever voornemens bent de arbeidsovereenkomst/arbeidsuren van een werknemer aan te passen, ga dan eerst na of er een recht op een gedeeltelijke transitievergoeding zal ontstaan. Vragen? Neem contact op via Groenveld@labourlegal.nl of 06-49229167.